Pilaren-Zuilen-Sokkels van Italpark zijn verkrijgbaar in verschillende Griekse en Romeinse stijlen, maar welke bouwstijlen zijn er nu eigenlijk?
Dorische - Ionische - Korinthische Bouwstijl
De Dorische bouwstijl is de oudste van de 3 bouworden uit de Griekse oudheid.
- Zeer statig en strak: de zuilen hebben relatief weinig versieringen.
- Door gladde horizontale stroken op het kapiteel en de brede bouwvorm ziet kolom er massief uit.
- De zuil staat op de vloer, een basisstuk ontbreekt.
- Op de schacht zijn verticale strepen (cannelures) aangebracht.
- Alleen het fries, de tweede rand boven de pilaar, heeft versieringen zoals trigliefen en metopen. Dit zijn drie verticale strepen en vierkante panelen met daarop soms een voorstelling afgebeeld.
Bekende voorbeelden van de Dorische bouwstijl:
Tempel gewijd aan de Griekse godin Hera in de Romeinse stad Paestum (Zuid Italië) en het Parthenon in Athene.
Vergeleken met de Dorische bouwstijl is de kolom van een Ionische zuil vrij slank met diepe groeven:
- De elegante zuil heeft wel een voetstuk en een decoratief kapiteel.
- De zijkanten van dit bovenstuk vormen naar beneden hangende krullen, ook wel voluten genoemd.
- Op het fries is ook reliëfwerk aangebracht, maar de trigliefen ontbreken.
- Door een lange en smalle schacht oogt de pilaar hoog en monumentaal.
Bekende voorbeelden van de Ionische bouwstijl:
Kleine Nikétempel van Athene en de Zuilen van de Apollotempel in Didyma, in Turkije.
De Korinthische bouwstijl is de ‘jongste’ van de drie stijlen. Deze ontstond weliswaar in Griekenland, maar werd vooral veel gebruikt bij de Romeinen. Kenmerkend zijn de weelderige versieringen zoals de acanthusbladeren op het kapiteel.
Bekende voorbeelden van de Korinthische bouwstijl: Zuilen van de tempel van de Olympische god Zeus in Athene en het Pantheon in Rome.
Romeinse bouwstijlen
Bij de Grieken werden pilaren/zuilen vooral gebruikt als bouwelement. Deze hadden een dragende functie.
De Romeinen gingen deze bouwstijlen ook toepassen in hun gebouwen, maar gebruikten ze vaak alleen als decoratie. De Romeinen ontwikkelden de Toscaanse zuil en de Composietzuil.
De Toscaanse zuil is typerend voor de Romeinen. Het is een variant van de Dorische zuil want het kapiteel is niet versierd. De schaaft heeft geen groeven en staat wel op een soort voetstuk. Ze zijn gemakkelijk te herkennen aan hun gladde vorm.
De Composietzuil is een versmelting van de Ionische en de Korinthische bouwstijl. Dit kan men zien aan het kapiteel, een combinatie van voluten en acanthusbladeren. Het is een smalle zuil en staat op een voetstuk. Aangezien de Romeinen voorkeur gaven aan decoratieve elementen, gaven zij voorkeur aan de composietzuil.